De leraar van de toekomst staat voor een flinke opgave. Het gehele curriculum primair onderwijs en voortgezet onderwijs wordt herzien (kerndoelen en examenprogramma’s). Dat geldt ook voor de kennisbases van pabo tot en met vakmasters. We spraken met lerarenopleider Jessica Bouva (IPABO), bovenschools rekenspecialist Linda van den Anker (scholenstichting CNS Ede) en pas afgestudeerde leraar Imme Dekker (nu bezig met een master onderwijswetenschappen en één dag in de week groep 8-leraar) over de veranderingen in po en pabo. Alle drie komen ze tot de conclusie: toekomstbestendig opleiden van leraren vraagt niet alleen om nieuwe kennis, maar vooral ook om intensievere samenwerking tussen opleiding en praktijk, én om een kritisch-professionele houding van onderwijsprofessionals zelf.
Elke lerarenopleiding ontwikkelde binnen het programma ‘10voordeleraar’ (onderdeel van de Vereniging Hogescholen) een landelijke kennisbasis. Daarin zijn de kennis en vaardigheden vastgelegd die een afgestudeerde student moet beheersen. Zo borgt 10voordeleraar de kwaliteit van lerarenopleidingen, zoals met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is afgesproken. In de uitwerking is ruimte om hier als hogeschool je eigen stempel op te drukken. Deze kennisbases vragen periodiek om herziening en daarmee landelijke afstemming.
De vernieuwde kennisbases vormen straks het inhoudelijke kompas voor pabo's en geven startende leraren richting in hun professionele ontwikkeling. Want alleen met een stevig fundament kan de leraar van de toekomst leerlingen voorbereiden op een snel veranderende wereld. SLO ondersteunt het herijkingsproces met curriculum-expertise. De geactualiseerde kerndoelen voor het po en de onderbouw vo vormen immers, samen met de vernieuwde examenprogramma's, de directe aanleiding én de leidraad voor de herijking van de kennisbases.
Bouva, Van den Anker en Dekker zijn alle drie vanuit een andere rol nauw betrokken bij de herijking. “Alle kennisbases op de pabo gaan op de schop, inclusief de didactiek”, vertelt Bouva. “Dat is ook nodig. De samenleving verandert en dat vraagt iets van ons onderwijs, en dus van de opleiding van toekomstige leraren.” Van den Anker was al volledig op de hoogte van de werkwijze bij, en inhoud van de actualisatie van de kerndoelen rekenen en wiskunde. Nu is ze zelf van de partij voor de actualisatie van de pabo kennisbasis rekenen en wiskunde. “We willen rekenen betekenisvoller maken voor leerlingen. Dan moet je als leraar ook zelf snappen waarom je doet wat je doet.”
“Burgerschap zat als gevolg van wetgeving al wel in de curricula van pabo’s en basisscholen”, aldus Bouva. “"Maar doordat burgerschap nog niet expliciet deel uitmaakte van het curriculum en het ontbreken van een kennisbasis voor de pabo was was het niet gestructureerd, niet ingebed. Terwijl maatschappelijke ontwikkelingen hier juist om vragen.” Ze is daarom blij dat ze met haar expertise kan bijdragen aan de herijking. Ook Dekker is betrokken. Samen met een aantal andere net gestarte leraren geeft hij feedback op (tussen)producten als karakteristiek en raamwerk, die door de kernteams van de verschillende pabo-leergebieden zijn ontwikkeld.
Een opvallende ontwikkeling is de nadruk op ‘samen opleiden’. De werkwijze voor de herijking van de kennisbases is breed en inclusief. Teams bestaan uit pabodocenten en professionals uit het basisonderwijs. Zo ontstaat meer aansluiting tussen opleiding en praktijk. “De samenwerking tussen pabo’s en basisscholen is veel intensiever geworden”, zegt Van den Anker. “Dat is een goede zaak. Alleen in de schoolpraktijk van alledag toets je of wat in de opleiding wordt aangereikt, ook echt werkt.”
Dekker benadrukt het belang van verbinding: “Als student zie je op stage soms andere werkwijzen dan je op de pabo leert. Dat is leerzaam, en ook verwarrend. Het helpt als er een gezamenlijke visie is. Hopelijk wordt het pabo-curriculum overzichtelijker, samenhangender, minder overladen en sluit het beter aan op de hedendaagse onderwijspraktijk. Ook kan het gebeuren dat je bijvoorbeeld bij het vak geschiedenis een bepaalde manier van lesgeven leert, en dat je bij een ander vak precies dezelfde didactische kennis en vaardigheden opnieuw krijgt”, vertelt hij. “Hopelijk komt daar meer afstemming over. Dat gaat meteen ook de overladenheid tegen.”
Een belangrijk vraagstuk in de herijking: hoe vertaal je het landelijk curriculum voor het basisonderwijs naar een betekenisvol schoolcurriculum? “Dat vraagt veel van leraren”, zegt Bouva. “Weten wat er in de kerndoelen staat is belangrijk. Net als kunnen bedenken: hoe maak ik dit relevant voor mijn leerlingen, in mijn klas, in deze wijk?” Van den Anker vult aan: “Daarvoor zijn vakoverstijgende vaardigheden nodig: kritisch denken, samenhang creëren, keuzes durven maken. En dat moet je oefenen. Op de pabo én op de stageplek. Daarom is goede begeleiding in het werkveld cruciaal.”
De leraar van de toekomst moet bovenal opmerkzaam en scherpzinnig zijn, vindt Van den Anker. “Stel jezelf vragen. Waarom gebruik ik deze methode? Past dat bij onze visie op onderwijs? Waarom werk ik op deze manier? Die reflecterende houding is essentieel.”
Volgens Bouva vraagt dat ook om ruimte voor autonomie op de scholen, zowel op de pabo’s als op de basisscholen. “Het is goed dat scholen en leraren zelf keuzes maken in hoe ze met de geactualiseerde kerndoelen omgaan.”
Tot slot roepen alle drie op om het eigen leerproces nooit stil te zetten. Dekker: “Op de pabo leer je veel, maar het is ook belangrijk dat je zelf je steentje bijdraagt om een goede leraar te worden. Ik heb altijd veel vaktijdschriften gelezen om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen. Ook als je al voor de klas staat is het belangrijk om je vakgebied goed bij te houden”, adviseert hij.
“En ga af en toe bij jezelf te rade: waarom ben ik dit vak ingegaan?” zegt Van den Anker. “Wat heb ik nodig om gemotiveerd te blijven? Wat vraagt deze tijd van mij als professional? Blijf jezelf ontwikkelen.”
Dekker vult aan: “Met onze expertise en vaardigheden kunnen we elkaar ook meer voeden binnen de teams op de basisscholen. Zo zorg je mede voor elkaars ontwikkeling. Dus taalcoördinatoren, rekenspecialisten, coördinatoren van de plusklas en IB-ers: deel je expertise met je team. Dat is ook heel fijn voor de starters!”
10voordeleraar herijkt alle kennisbases van de lerarenopleidingen. De nieuwe structuur bestaat uit drie delen:
De invoering van de herijkte kennisbases is voorzien in studiejaar 2026–2027. (Bron: 10voordeleraar)