Onderwijs maken we voor de leerling. Het is dan ook logisch dat hun stem wordt gehoord, zowel bij het ontwikkelen van het landelijke curriculum als in de dagelijkse onderwijspraktijk op school. Hoe geeft SLO de stem van de leerling een plek in het wettelijk curriculum? En hoe betrek je leerlingen op school actief bij het maken van onderwijs? Leerlingen Jesse en Edine, SLO-programmanager Jeroen en schooldirecteur Ariane vertellen.

In een multifunctioneel gebouw in het Noord-Hollandse Broek op Langedijk werken basisscholen De Phoenix en De Koolvlet samen met de kinderopvang van Allente aan de vorming van een integraal kindcentrum. “Dat begint met een gezamenlijke missie en visie”, vertelt Ariane Breimer, directeur van beide basisscholen. “Hierbij betrekken we ouders en kinderen actief. Het is de basis van je curriculum. Zonder dat fundament kun je geen onderwijs vormgeven.”
Kinderen weten heel goed wat ze nodig hebben, is de ervaring van Ariane. “Door ze serieus te nemen, geef je ze autonomie en eigenaarschap. Het is hún leerproces, niet het onze. Onze aanpak vergroot het zelfvertrouwen van leerlingen en versterkt hun betrokkenheid. Het zijn jonge kinderen, maar dat betekent niet dat ze niks te zeggen hebben.”
Met de cyclische aanpak van Stichting LeerKRACHT werken teams van de scholen drie keer per schooljaar in ‘sprints’ aan thema’s als spelling, rekenen, thematisch werken, begrijpend lezen of pedagogisch klimaat. Een sprint begint meestal met een LeerlingArena. “Een collega interviewt dan een kleine groep leerlingen, terwijl andere leerkrachten alleen luisteren”, legt Ariane uit. “We bereiden de leerlingen goed voor op dit gesprek. In een veilige setting durven ze zich uit te spreken.”
Het thema spelling kwam voort uit een analyse van de leeropbrengsten. Om de lessen te verbeteren, werd een sprint opgezet waarin leerkrachten samen lessen voorbereiden, uitvoeren en evalueren. De input van leerlingen werd dit keer niet opgehaald in een LeerlingArena, maar via een enquête onder groep 4 tot en met 8. “We vroegen hoe zij de spellinglessen ervaren. Wat vinden ze prettig? Wat werkt niet voor hen? Die resultaten hebben we gevisualiseerd in grafieken en besproken in het team. Vervolgens hebben we de lessen daarop aangepast.”
Ariane heeft drie tips voor scholen die willen starten met het betrekken van leerlingen bij het maken van onderwijs:
Het wettelijk curriculum bepaalt wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren aan het einde van hun schooltijd. Maar wie weet beter wat relevant is dan de leerlingen zelf? Via leerlingenpanels van SLO krijgen jongeren als Jesse Bosker (17) en Edine Helsloot (16) de kans hun stem te laten horen.
“Onderwijs draait om het opleiden van de nieuwe generatie”, zegt Jesse, bestuurslid bij het LAKS. “Het is belangrijk dat leerlingen meepraten en hun visie kunnen delen over hun eigen toekomst en die van volgende generaties. Vaak kijken professionals met een andere bril naar de wereld dan jongeren.
Vmbo-leerling Edine nam tijdens het leerlingenpanel deel aan een sessie over biologie. “Ik vind dat de nadruk daar nu te veel op planten ligt. Leerlingen willen liever weten hoe hun eigen lichaam werkt.” Ze pleit voor een betere balans in de lesstof en meer aandacht voor actuele onderwerpen, zoals het coronavirus. “Je leert dan begrijpen wat er speelt in de wereld en hoe je daarmee kunt omgaan.”
Jesse ziet ook ruimte voor verbetering. “Leerlingen willen bijvoorbeeld meer leren over hoe belastingen werken. In het verleden werd gezegd dat dat de rol van ouders is. Maar als je ouders dat niet weten of het je niet kunnen uitleggen, wie doet het dan? Natuurlijk kan niet alles in het onderwijs worden opgenomen, maar het is belangrijk om kritisch te blijven op wat we leren en of dat voldoende is.”
De leerlingenpanels zijn intensief maar waardevol. Leerlingen reizen naar SLO in Amersfoort en SLO gaat langs op scholen. De leerlingen bespreken in kleine groepen wat zij belangrijk vinden. Beide jongeren hebben de indruk dat hun input serieus wordt genomen. “Ik heb de rapportages gelezen en zie die input terugkomen in de geactualiseerde kerndoelen”, aldus Jesse.
Edine vult aan: “Ik heb het idee dat ze serieus naar onze input kijken. Het is een mooie manier om het onderwijs te verbeteren.” Haar motivatie om mee te doen is ook persoonlijk: “Mijn jongere zusje zit nog op de basisschool. Ik doe mee zodat de generaties na mij nog beter onderwijs krijgen.”
“Bij SLO hechten we veel waarde aan leerlingenparticipatie. Leerlingen bieden unieke inzichten vanuit hun eigen ervaringen en ambities. Voor de actualisatie van de kerndoelen hielden we sessies op scholen en voor de examenprogramma’s organiseren we centrale sessies in Amersfoort, geleid door een gespecialiseerd bureau. We vragen leerlingen per vak om mee te denken. In algemene zin, maar ook met specifieke vragen van de ontwikkelteams van de kerndoelen en examenprogramma's.
Leerlingen denken bij burgerschap bijvoorbeeld aan het respecteren van verschillen en een goede omgang met elkaar. Een onderwerp als democratie is vaak te abstract en te groot voor ze. Vanuit hun belevingswereld hechten leerlingen belang aan praktische onderwerpen, zoals solliciteren en belastingaangiften. De input van leerlingen leggen we vast in rapporten. De ontwikkelteams gebruiken de informatie in hun werksessies en verantwoordingsdocumenten.
Deze aanpak is een eerste stap. In de toekomst willen we de inbreng van leerlingen verder borgen. We overwegen om voorafgaand aan de sessies breder onderzoek te doen, bijvoorbeeld via enquêtes. Op school- en klasniveau is het ook waardevol om met leerlingen het gesprek over het curriculum aan te gaan.“
Op onze website vind je adviezen en tips over leerlingenparticipatie. Scholen vinden hier ook instrumenten om op een systematische manier met leerlingen te sparren over vakinhouden.