Terug naar overzichtspagina
5-10 minuten leestijd

Met doelen heb je nog geen curriculum

In sport en spel is het doel kraakhelder: de bal in het net, het wiel over de lijn. Je weet precies waar je naartoe werkt. Zonder doel geen spel. In het onderwijs doen we het net zo. We ‘be-doelen’ het onderwijs. Letterlijk. Met kern-, streef-, ervarings- en aanbodsdoelen. Ik heb ze ondergaan als leerling en student, geformuleerd als leraar voor lessenseries en als schoolleider schreef ik ze in schoolplannen. 

Foto: Gerry Hurkmans

Doelen bieden houvast, geven richting en soms zelfs hoop. Maar zijn ze echt noodzakelijk om te leren? Niet per se. We leren ook zonder expliciete leerdoelen, zeker buiten school. In het formele onderwijs is het daarentegen vaak zinvol om doelen te formuleren: ze scheppen een gedeelde taal en duidelijkheid. Tegelijk roept dat vragen op: wie bepaalt eigenlijk wat het resultaat moet zijn en wanneer ‘we’ tevreden zijn? En misschien nog wel belangrijker: wie is dat mysterieuze ‘we’?

Decennia worstelen we al met deze vragen. We willen grip op de invulling en opbrengsten van een lesprogramma, via doelen en toetsen. Gezamenlijke afspraken maken hierover blijkt een taaie klus. Mijn mentor Rob Diephuis zei ooit dat dit komt omdat er niet één partij is die de inhoud van het onderwijs bepaalt. Hij beschreef curriculumontwikkeling als een kluwen van vijf soorten gesprekken: het maatschappelijk debat dat grillig meebeweegt met media, politiek en belangen; het technisch-bestuurlijke traject van wet- en regelgeving; de discussies over detaillering van het ‘nationale leerplan’; de lokale keuzes die scholen zelf maken en het polariserende gesprek over resultaten en internationale vergelijkingen. De teams en commissies voor het actualiseren van de kerndoelen en eindtermen doen hun best om die gesprekslijnen bij elkaar te brengen. Ze zijn vooral gericht op dat derde gesprek: het formuleren van doelen. Nu wacht de échte uitdaging: de uitwerking in de klas. Daar ligt de grootste uitdaging én de sleutel tot succes.

Want hoe actueel of toekomstgericht ook: geen enkel leerdoel op papier verandert vanzelf een les of de ontwikkeling van een leerling. Een kind voelt in de klas niet of een les ‘curriculair up-to-date’ is. Wat het wél voelt is of er oprechte aandacht is. Of het fouten mag maken, een stem mag laten horen. Of er een plan is. Dáár begint onderwijs. Helpen doelen daarbij? Zeker! Maar alleen als we het ‘waarom’ van een doel doorgronden. Daarna volgen lastige keuzes: hoeveel tijd maak je ervoor vrij? Welke inhoud en leeractiviteiten koppel je aan een doel? Is een toets nodig of is de ervaring voldoende? Wat doe je als het doel allang bereikt is? Mag je pedagogisch verantwoord vertragen? Moeten alle einddoelen tegelijk en op hetzelfde niveau worden gehaald?

Onderwijs verandert niet door doelen. Onderwijs verandert door mensen. Het mysterieuze ‘we’, daar hoor jij ook bij.”

Veel scholen laten deze afwegingen over aan de uitgever. Maar wie als school zelf regie wil voeren over de onderwijsbedoeling, investeert in curriculumexpertise bij álle leraren. Die kunde is cruciaal om samen en in samenhang te bepalen wat een leerling wél en níet tegenkomt. Een schoolgemeenschap moet zich steeds afvragen: draait het nog om het kind? Niet als retorische kreet, maar als serieuze toetssteen. Leg het wekelijks aan elkaar uit op verschillende manieren. Want in de hectiek van de lesdag en bijbehorende protocollen, verliezen we die kern snel uit het oog.

Nieuwe kerndoelen en eindtermen zijn mooi, maar vernieuwende onderwijsideeën stranden als het team er niet klaar voor is. Als er geen tijd, ondersteuning of vertrouwen is om te experimenteren en te evalueren. Of het lesrooster muurvast zit. Onderwijskwaliteit zit in kennis van je doelgroep, een helder doel, rust, dagritme en positieve relaties. In het lef om af en toe een doel los te laten om ruimte te maken voor iets dat zich spontaan aandient. En dat is in een tijd van personeelstekorten, hoge verwachtingen en politieke druk geen geringe opgave. Toch ligt juist daar de kans. Een herijking van nationale doelen biedt een moment om samen stil te staan bij het lokale curriculumontwerp. Adem te halen en te evalueren voor wie, hoe en waarom we het doen.


Onderwijs verandert niet door doelen. Onderwijs verandert door mensen. Het mysterieuze ‘we’, daar hoor jij ook bij. Het is zelfs een serieuze verantwoordelijkheid! Pas als we samen optrekken binnen professionele kaders én met het kind als uitgangspunt, wordt het curriculum meer dan de som der doelen.

Luc Sluijsmans is schoolbestuurder van 21 scholen in Amsterdam en raadslid van de Onderwijsraad. Daarvoor was hij rector van een po/vo school.