Terug naar overzichtspagina
5-10 minuten leestijd  •
Tekst: Bea Ros

Unieke vakvernieuwing in de bovenbouw

Met de oplevering van 61 conceptexamenprogramma’s is de eerste stap in de actualisatie van het bovenbouwcurriculum (vmbo, havo en vwo) gezet. Leraren wiskunde, Nederlands, Friese taal en cultuur, moderne vreemde talen, klassieke talen en maatschappijleer kunnen in hun klas al nieuwe onderdelen uitproberen. Volgend schooljaar kunnen ze meedoen aan het beproeven van de programma’s.

Foto: Sander Koning

”Lang was bij het schoolvak Duits de traditie: als je de naamvallen maar leert, ken je de taal”, vertelt Laurens Runderkamp, leraar Duits en geschiedenis op Spinoza-20First in Amsterdam. ”Maar we weten inmiddels dat het anders werkt. Je leert een taal juist door deze veel te gebruiken. De actualisatie van de examenprogramma’s biedt handvatten om ons talenonderwijs anders in te richten.” Als lid van de vakvernieuwingscommissie moderne vreemde talen kon Laurens mee helpen de talenvakken te vernieuwen. Eén zo’n vernieuwing is dat de internationale ERK-niveaus een expliciete plek in de programma’s krijgen. ”Zo weet je als leraar beter waar je naartoe moet werken.“

Waar in de huidige talenvakken de focus sterk ligt op losse taalvaardigheden, en vooral op lezen, staat in de voorliggende conceptprogramma’s een integrale aanpak voorop. ”Door kennis en vaardigheden geïntegreerd aan te bieden, versterken ze elkaar. Dat lijkt ook veel meer op hoe we taal in het dagelijks leven gebruiken”, aldus Laurens. Bovendien komt er ruim aandacht voor vakinhoud, voor taal- en cultuurbewustzijn. ”Dan heb je het bijvoorbeeld over hoe taal werkt, hoe talen zich tot elkaar verhouden en over de rol die taal en meertaligheid in het leven van leerlingen zelf speelt. Uit onderzoek weten we dat taalbewustzijn helpt bij het leren van een nieuwe taal. Dus laten we dat vooral benutten.”

Laurens is ervan overtuigd dat de talenvakken straks voor leerlingen veel motiverender kunnen worden. Voor een presentatie van de conceptprogramma’s aan een leerlingenpanel maakte Laurens een filmpje samen met een van zijn havoleerlingen. ”Hij zei onder meer: ‘Ik word er gek van dat ik bij alle talen bezig ben met vragen bij teksten beantwoorden. Ik vind talen leuk, maar daar leer je het niet echt van.’ Hij werd heel blij van een rijker aanbod.”

Duidelijke beschrijvingen

De actualisatie van de examenprogramma’s moderne vreemde talen is onderdeel van een grotere aanpak om alle kerndoelen en examenprogramma’s weer bij de tijd te brengen. ”Sommige programma’s stammen nog letterlijk uit de vorige eeuw”, vertelt SLO-programmamanager Gerdineke van Silfhout. Dus groot onderhoud was nodig. Ze spreekt van een unieke aanpak: ”Niet eerder hebben we alles zo in samenhang kunnen actualiseren, van de kerndoelen po tot en met de examenprogramma’s vo, van vmbo basis tot en met vwo. Dat is ontzettend complex, maar ook heel waardevol, voor onder meer doorlopende leerlijnen. Leraren en experts vanuit alle schoolsoorten en geledingen ontmoeten elkaar en hebben samen nagedacht over de vraag waarom een vak relevant is voor leerlingen vanuit de drie doelen van onderwijs: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.”

Vakvernieuwingscommissies van leraren, vak- en curriculumexperts ontwikkelden, geassisteerd door breed samengestelde advieskringen, eerst een karakteristiek van een vak. Vervolgens een raamwerk met domeinen en subdomeinen, om daarna de komen tot een beschrijving van concepteindtermen per schoolsoort en leerweg. Nieuw in de conceptexamenprogramma’s is dat er naast beheersingsdoelen ook ervaringsdoelen zijn. Daarbij gaat het niet om de beheersing van een vastgesteld minimumniveau, maar om een inspanning van leerlingen. Gerdineke noemt de eindterm over creatief taalgebruik bij Nederlands als voorbeeld: ”We willen dat leerlingen ervaren hoe ze taal creatief kunnen gebruiken om gedachten, ervaringen en fantasie te verwoorden, maar we stellen daarbij geen beheersingsnorm.”   

Nieuw is ook de aandacht voor loopbaan- en beroepenoriëntatie (LOB) in álle examenprogramma’s. ”Het is immers vreemd dat je, zoals in de huidige programma’s, op vmbo zegt dat LOB heel belangrijk is en op havo en vwo niet. Dus nu hebben we over de hele linie een concepteindterm LOB geformuleerd, met een vakspecifieke inkleuring, waarbij leerlingen reflecteren op eigen ervaringen, interesses en kwaliteiten en op het vak, vervolgopleidingen en beroepen. Dit kan alleen omdat we alle programma’s tegelijkertijd ontwikkelen.” De actualisatie van de examenprogramma’s moderne vreemde talen is onderdeel van een grotere aanpak om alle kerndoelen en examenprogramma’s weer bij de tijd te brengen. ”Sommige programma’s stammen nog letterlijk uit de vorige eeuw”, vertelt SLO-programmamanager Gerdineke van Silfhout. Dus groot onderhoud was nodig. Ze spreekt van een unieke aanpak: ”Niet eerder hebben we alles zo in samenhang kunnen actualiseren, van de kerndoelen po tot en met de examenprogramma’s vo, van vmbo basis tot en met vwo. Dat is ontzettend complex, maar ook heel waardevol, voor onder meer doorlopende leerlijnen. Leraren en experts vanuit alle schoolsoorten en geledingen ontmoeten elkaar en hebben samen nagedacht over de vraag waarom een vak relevant is voor leerlingen vanuit de drie doelen van onderwijs: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.”

We willen dat leerlingen ervaren hoe ze taal creatief kunnen gebruiken om gedachten, ervaringen en 
fantasie te verwoorden"

Dat voordeel gold ook voor de beschrijving van de eindtermen. Die is veel concreter en uniformer dan in de huidige programma’s. Elke eindterm bestaat uit een doelzin, een uitwerking (‘het gaat hierbij om’) en voorbeelden ter inspiratie (‘te denken valt aan’). Ook is het woud aan handelingswerkwoorden (zoals ‘beschrijven’, ‘verwoorden’, ‘uitdrukken’) flink opgeschoond en zijn er nu door alle vakken en schoolsoorten heen voor gelijke zaken dezelfde begrippen. Er is veel verbeterd, aldus Gerdineke. ”Maar het is ook een groeimodel, want er zijn nog meer stappen te zetten. Zo hebben we de inhoudelijke doorlopende leerlijn tussen onderbouw en bovenbouw en tussen vmbo, havo en vwo enorm kunnen verbeteren. Maar in de samenhang tussen vakken kunnen we nog slagen maken. Je moet altijd een boodschappenlijstje overhouden voor de volgende herziening.”

Beproeven

Nu de conceptexamenprogramma’s er liggen, volgt de volgende fase. Onder regie van het College voor Toetsen en Examens worden conceptsyllabi ontwikkeld en het ministerie van OCW kijkt naar welke technische regelgeving nodig is. Zo is er voor havo een conceptexamenprogramma Chinees ontwikkeld en dat vak moet een wettelijke status krijgen. Een ander voorbeeld is het advies vanuit de vakvernieuwingscommissie maatschappijleer om het cijfer voor dit vak uit het combinatiecijfer voor havo en vwo te halen. Naast dit werk achter de schermen kunnen scholen vanaf schooljaar 2025-2026 de nieuwe onderdelen in de examenprogramma’s beproeven of ze in de praktijk werkbaar zijn. In het verleden gebeurde dit vaak in pilots waarbij cohorten leerlingen twee of drie jaar lang met een conceptprogramma werkten en daar examen in doen. ”Maar dat is niet altijd nodig”, vertelt Gerdineke. ”Per vak bekijken we hoe we zo snel als verantwoord is, de fase van beproeven kunnen vormgeven. Daarbij gaan we niet alles beproeven, maar richten we ons op de nieuwe onderdelen.“

De conceptexamenprogramma’s wiskunde op het vmbo hebben de primeur. Negen vmbo-scholen doen dit schooljaar mee aan een zogenoemde try-out. ”Gedurende één schooljaar beproeven ze onderdelen in het programma die gaan veranderen”, vertelt curriculumexpert Harm Selten. ”Nieuw is bijvoorbeeld de aandacht voor statistiek en voor wiskundige activiteiten als abstraheren, modelleren en redeneren. Vraag is steeds: wat betekent dit voor mijn lespraktijk en is het werkbaar? En: zijn de eindtermen duidelijk omschreven en weten leraren wat de bedoeling ervan is?“

Dit hoeven de scholen niet op eigen houtje te doen. ”Vier vakexperts zijn ingezet om materiaal te ontwikkelen of te verzamelen en dat geven we aan de leraren”, vertelt Harm. ”Geen kant-en-klare lessen, maar wel basismateriaal dat ze kunnen uitproberen in de klas.“ Elke deelnemende school krijgt subsidie om mee te doen met twee leraren die een halve dag ontwikkeltijd per week krijgen, en een schoolleider. ”Maar ze kunnen zelf kiezen of ze meer leraren mee willen laten doen. Ook mogen ze zelf kiezen in welke leerwegen ze meedoen.“ SLO ondersteunt de scholen, bijvoorbeeld bij het aanpassen van hun planning en PTA. Harm kijkt er enorm naar uit. ”Ik ben trots op wat we ontwikkeld hebben, maar ik kijk uit naar de praktijkervaringen. Het echte werk gebeurt toch in de klas.”

Ook Laurens verheugt zich op de fase van beproeven, die voor moderne vreemde talen vanaf schooljaar 2025-2026 plaatsvindt. Scholen kunnen nu alvast de opgeleverde concepten bekijken. Gerdineke: ”Download de programma’s, bekijk de concepteindtermen, leg het eens naast je PTA en ga met elkaar in gesprek wat je al doet en welke stappen je al kunt zetten. En bij het onderdeel ’te denken valt aan‘ vind je voorbeelden die je nu al kunt uitproberen in de klas.“

Foto: Sander Koning
Doe mee met beproeven van de conceptexamenprogramma’s!

Naast de 61 opgeleverde conceptexamenprogramma’s levert de vakvernieuwingscommissie natuurwetenschappelijke vakken begin 2025 in totaal zeventien conceptexamenprogramma’s op: voor biologie, natuurkunde en scheikunde voor vmbo, havo en vwo en voor natuur, leven en technologie en onderzoek en ontwerpen voor havo-vwo. Ook worden in 2025 de conceptexamenprogramma’s van de moderne vreemde talen elementair opgeleverd. Vanaf schooljaar 2025-2026 worden deze conceptexamenprogramma’s in de onderwijspraktijk beproefd.  

Lees hoe je kunt meewerken aan het beproeven van de conceptexamenprogramma’s op: actualisatie-examenprogrammas.nl/updates/fase-van-beproeven