Terug naar overzichtspagina
5-10 minuten leestijd  •
Tekst: Karlijn Meulman

Aan de slag met 
schrijven in de 
onderbouw van het po

Laat jonge kinderen spelenderwijs kennismaken met schriftelijke taal binnen een thema

Foto: Norbert Waalboer

Kleuters ontwikkelen zich het beste spelenderwijs, binnen een thema dat aansluit bij hun belangstelling of leefwereld. Het thema is de kapstok, het uitgangspunt zijn de doelen die de leerkracht wil bereiken. Bij taal wordt in groep 1-2 vaak gedacht aan mondelinge vaardigheden en woordenschat, niet meteen aan de schriftelijke taaldoelen. “Maar kinderen kunnen niet vroeg genoeg ontdekken dat geschreven taal een communicatieve functie heeft”, zegt Jantien Dhont, curriculumontwikkelaar Nederlands bij SLO. Om leerkrachten hierin te ondersteunen, ontwikkelde SLO een praktische handreiking om met schrijven in de onderbouw aan de slag te gaan.

Aansluiten bij kleuters

Tessa Klerks is leerkracht in groep 1-2 op de Dokter Landmanschool in Helvoirt. Sinds vorig jaar is ze betrokken bij de ontwikkeling van de handreiking. “Wij werken in onze groepen aan de hand van thema’s en het schrijven speelt daar een belangrijke rol in”, vertelt ze. “Hoe kan ik het experimenteren met geschreven taal verwerken in het thema en zo aansluiten bij de belevingswereld van kleuters?”

“Door schrijfactiviteiten in te bedden in een thema, sluiten ze aan bij de manier waarop veel kleutergroepen werken. Het doelgericht werken met een thema is een dynamisch proces tussen kinderen en leerkracht. Het zorgt ervoor dat het beredeneerd aanbod voor alle kinderen betekenisvol wordt”, vertelt Gäby van der Linde, curriculumontwikkelaar voor het primair onderwijs bij SLO.

Bij kleuters is ‘schrijven’ een ruim begrip: ook tekenen, stempelen en krabbelen valt bij hen onder schrijven”
Voorlezen en schrijven

Jantien: “Lezen en schrijven zijn twee kanten van dezelfde medaille. Dat maakt het logisch om te beginnen met het voorlezen van een verhaal, voordat kinderen gaan experimenteren met het schrijven van hun eigen verhalen.”

“Een mooi voorbeeld is het gebruik van het verhaal ‘Een oesje1’”, zegt Tessa. “Naar aanleiding van dit verhaal hebben we in de klas de hele dag met veel lol klanken van woorden vervangen door de ‘oe’. ‘Ik zit op de boenk en we eten froet’. ‘Ik heb een boenoen en hij heeft oerdbeien’. Dat zorgde voor veel plezier en creativiteit bij de kleuters en zo ging het spelen met taal echt leven.” Jantien: “Niet alleen lezen en schrijven, ook spreken en schrijven hebben een duidelijke koppeling. Die is heel natuurlijk. Sommige kinderen willen woorden met de oe ook tekenen en schrijven. Je kunt die tekeningen verzamelen in de ‘oe-mand’. Kinderen ontdekken zo al vroeg het permanente karakter van taal: wat ik vandaag heb geschreven, staat er morgen nog steeds!”

Tessa heeft met haar klas ook een oe-mand gemaakt, waarna de kinderen met hulp gingen experimenteren met gedichtjes met verschillende oe-woorden: ‘de boer eet koek en soep’. Tessa: “Op deze manier zetten we steeds stapjes in het verwoorden van verhalen en gedachten. Dat levert enthousiaste kleuters op, die graag bezig zijn met taal en schrijven.”

Tekenen, krabbelen en stempelen

Jantien: “Een van de thema’s in de handreiking is: ‘We gaan zwemmen!2’ Je kunt als leerkracht starten met een verhaal dat hierbij past, bijvoorbeeld ‘Aadje Piraatje leert zwemmen’.” 

Tessa heeft ook met dit thema gewerkt. “Ik begon met het bepalen van de doelen voor de kinderen in mijn groep. Daarna observeerde ik in de themahoek: waar hebben de kinderen het over en welke taal gebruiken ze daarbij? We speelden bijvoorbeeld dat de poppen naar het zwembad gingen. Wat hebben ze daarvoor nodig? Waar kopen ze een kaartje? Wat doet de badmeester? Zo benutten we de kansen in het spel.” 

Jantien: “Je kunt de themahoeken verrijken met materialen die schriftelijke taal uitlokken, zoals teken-, schrijf- en stempelmateriaal. Daarnaast kun je leerkrachtgebonden, geplande activiteiten aanbieden in de kleine kring, zoals praten en schrijven naar aanleiding van het verhaal waarin Aadje Piraatje leert zwemmen. Door eerst naar het voorgelezen verhaal te luisteren en er daarna over te schrijven, ontdekken kleuters onbewust dat lezen en schrijven hand in hand gaan. Ook kun je een gesprek met de kinderen voeren over wat zij zelf allemaal in het zwembad doen: duiken, springen, drijven, watertrappelen, enzovoort. Na het verwoorden en benoemen, daag je de kleuters uit om die eigen zwemacties zo precies mogelijk weer te geven. De focus van je instructie ligt dus op het tekenen van zogenaamde ‘actiewoorden’.”  

Tessa heeft dit ook uitgeprobeerd: “Na het tekenen van de zwemacties bespraken we de tekeningen en krabbelden, stempelden of schreven de kinderen er zelf iets bij. Of ik deed dat voor hen.” 

Praktische handreiking

De handreiking van SLO geeft de leerkracht inspiratie en houvast voor het inbedden van schrijven in betekenisvolle contexten. Want geletterdheid is binnen het thematiseren geen geïsoleerd gebied. Het activiteitenaanbod wordt vormgegeven vanuit de drie fasen van het thematiseren: voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Gäby: “Hiermee geven we leerkrachten in de onderbouw handvatten om beredeneerd te werken, waarbij het thema centraal staat en de taaldoelen het uitgangspunt zijn. De handreiking bevat volop voorbeelden en doorkijkjes vanuit het brede thema ‘We gaan erop uit!’. We hebben het thema uitgewerkt in een schema met focusdoelen, materialen, kansen in het spel, tips, voorbeelden en inspirerende activiteiten. Omdat Tessa de doelgroep door en door kent en dagelijks met kleuters werkt, hebben we de handreiking samen met haar gemaakt. Voor leerkrachten wordt het zo makkelijker én leuker om kleuters te laten experimenteren met schriftelijke taal.”

Verschillende tekstsoorten

Het activiteitenaanbod komt voort uit de leerlijn ‘schrijven met peer response’, die SLO ontwikkelde in 2020. Jantien: “De focus ligt op schrijven, maar natuurlijk komen aspecten van het lezen en mondelinge communicatie ook aan de orde. Bij kleuters gaat het om de oriëntatie op verhalen, gedichten en informatieteksten. Bij groep 3-leerlingen gaat het om het leren schrijven van sprookjes en recepten. Kinderen worden later betere schrijvers als ze al vroeg in aanraking komen met verschillende tekstsoorten en het motiveert hen ook om te beginnen met lezen. Kinderen laten schrijven is namelijk dé manier om lezers van hen te maken.“

Ontwikkeling van de basisvaardigheden

Wij hebben de handreiking ‘Aan de slag met schrijven in de onderbouw’ ontwikkeld binnen het programma basisvaardigheden. Het jonge kind is een belangrijke doelgroep. Basisvaardigheden zijn de vaardigheden die leerlingen nodig hebben om te functioneren in het onderwijs en de samenleving. Voor taal gaat het om lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid. Het is daarom belangrijk dat we vroegtijdig, vanaf groep 1, samen de basisvaardigheden van leerlingen versterken. SLO ondersteunt het onderwijs hierbij door het ontwikkelen van handreikingen, masterclasses en kwaliteitskaarten.

Voor meer informatie:
slo.nl/basisvaardigheden

Voor meer informatie over het jonge kind:
slo.nl/jongekind

Ga zelf aan de slag

Bronnen:
1 Van Os, E., & Van Lieshout, E. (2015). In Een dik jaar Julia en Ot (p. 13). Lemniscaat.
2 Huiberts, M., & Posthuma, S. (2010). Zwemles. In Aadje Piraatje. Uitgeverij Gottmer.