5-10 minuten leestijd  •
Publicatie: 12 juni 2025

“Samen bouwen aan beter onderwijs”

SLO werkt aan het actualiseren van de kerndoelen en examenprogramma’s voor het primair en voortgezet onderwijs. Het huidige curriculum dateert van begin deze eeuw en was dringend aan vernieuwing toe. Om te zorgen dat het curriculum ook in de toekomst up-to-date blijft, werkt SLO in opdracht van - en samen met - OCW aan een systeem voor periodiek curriculumonderhoud in. Het loket Curriculumsignalen is onderdeel daarvan. ‘Het is een centrale plek waar we signalen verzamelen over wat er anders of beter kan in het curriculum’, vertellen curriculumontwikkelaars Eveline Otter en Matthijs Driebergen.

In het wettelijk curriculum staat wat leerlingen in het primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs op landelijk niveau moeten kennen, kunnen en ervaren. Leraren hebben behoefte aan kerndoelen die houvast bieden en helpen om overladenheid te voorkomen. Ook actuele examenprogramma’s zijn belangrijk. Daarom is het nodig dat het curriculum regelmatig wordt geactualiseerd. Het systeem van periodiek onderhoud bestaat uit een zorgvuldig proces van vier onderdelen: ‘We gebruiken het advies dat de Onderwijsraad elke tien jaar geeft over belangrijke ontwikkelingen en wat die betekenen voor het onderwijs. We werken met een onderhoudskalender, waarin staat welke vakken en leergebieden op welk moment bijstelling nodig hebben. Er is een feedbackloop waarin het curriculum onderzocht, getoetst en geëvalueerd wordt en we verzamelen suggesties om het curriculum te veranderen via het Loket Curriculumsignalen.’

Lucie Gooskens
Matthijs Driebergen
Curriculum-ontwikkelaar
Lucie Gooskens
Eveline Otter
Curriculum-ontwikkelaar

Wegingskader

Otter en Driebergen benadrukken de praktische kant van het loket: ‘Veel mensen en organisaties hebben ideeën over wat leerlingen zouden moeten leren, vaak aangevuld met bijbehorende materialen en aanbiedingen. Regelmatig zijn dit zinnige ideeën en suggesties, maar niet alles past in de tijd of heeft prioriteit. Keuzes zijn nodig om overladenheid te voorkomen. Daarom is het belangrijk om de meest waardevolle initiatieven eruit te filteren en te wegen of die op termijn moeten leiden tot aanpassing van het landelijk curriculum. Daarvoor is het loket in het leven geroepen. Ook maken we duidelijk wat er allemaal al kan in het huidige curriculum. En dat is veel. Een signaal leidt dus niet automatisch tot aanpassing van het landelijk curriculum.’


Brug naar de praktijk


‘Met het loket slaan we een brug tussen de dagelijkse onderwijspraktijk en de landelijke curriculumontwikkeling,’ zeggen Driebergen en Otter. Hun eigen ervaringen als leraar en schoolleider helpen hen te begrijpen welke uitdagingen leraren dagelijks tegenkomen. Driebergen: ‘Het gaat erom dat we samen het onderwijs vormgeven. Niet vanuit een ivoren toren, maar door te luisteren naar de mensen die elke dag voor de klas staan.’



Suggesties voor in het curriculum

Of je nu werkzaam bent op een school, bij een kennisinstelling, of als aanbieder van lesmateriaal: iedereen kan signalen indienen over wat er mogelijk ontbreekt of anders moet in het huidige curriculum. ‘Het kan gaan om concrete zaken, zoals meer aandacht voor specifieke vaardigheden. Of om bredere maatschappelijke thema's die volgens inzenders meer aandacht verdienen’, vertelt Otter. Als voorbeeld neemt ze een lokaal waterschap dat meer kennis en bewustzijn over waterbeheer en de relatie tussen Nederland en water bij leerlingen wil zien. ‘Het waterschap kan het loket de suggestie meegeven om dit in het landelijk curriculum te laten terugkomen.’

Curriculum is afspiegeling van de maatschappij

Voorheen kwamen dit soort suggesties bij verschillende organisaties binnen. Nu bereiken ze direct de plek waar curriculumherijking plaatsvindt. Dat is belangrijk, want een curriculum is geen statisch geheel. Driebergen legt uit: ‘Een curriculum is een levend document. Het is een afspiegeling van wat wij als maatschappij belangrijk vinden dat leerlingen kennen, kunnen en ervaren op school. Het is mensenwerk dat voortdurend input nodig heeft, vooral van leraren die dagelijks de praktijk ervaren.’


Het loket is geen automatische keuringsmachine. Een team van deskundigen beoordeelt elke suggestie zorgvuldig. Om bij het voorbeeld van het waterschap te blijven: ‘Dat thema past binnen de bestaande kerndoelen - zoals aandacht voor de Nederlandse manier van omgaan met water. Het hoeft dus niet te worden toegevoegd aan het landelijk curriculum,’ legt Otter uit. ‘Hoe een school daar vervolgens onderwijs van maakt en daarmee invulling geeft aan het kerndoel, is aan de school.’ Een voorbeeld van een suggestie dat in het verleden heeft geleid tot aanpassing van het landelijk curriculum, is het verzoek vanuit de politiek voor meer aandacht voor EHBO.

Vrijheid in het curriculum

Scholen hebben dus veel vrijheid bij het inrichten van hun onderwijs. Die ruimte is bewust gecreëerd om scholen de mogelijkheid te geven in te spelen op hun specifieke context en leerlingenpopulatie.  ‘Die ruimte kunnen scholen benutten als ze iets belangrijk vinden.’ Otter benadrukt dat het niet de bedoeling is dat het curriculum alsmaar voller wordt. ‘Als je iets toevoegt, moet er ook iets wijken. Je kunt niet steeds onderwerpen aan het curriculum blijven toevoegen. Het bordje van leraren en ook leerlingen is namelijk al best vol.’

Eveline Otter en Matthijs Driebergen werken als curriculumontwikkelaars bij SLO (Stichting Leerplanontwikkeling).