Dankzij een innovatieve samenwerking tussen het Walburg College en de gemeente Zwijndrecht werkten havo-leerlingen aan een praktijkgerichte opdracht: hoe kunnen jongeren en ouderen elkaar versterken, zodat bepaalde buurten in de wijk Walburg mentaal gezonder en sociaal veerkrachtiger worden? Het resultaat: een reeks inspirerende initiatieven, stevige presentaties en bovenal een realistische leerervaring.
Sinds afgelopen schooljaar kent het Walburg College het praktijkgerichte programma. Tijdens dit praktijkgerichte vak worden leerlingen in contact gebracht met een externe opdrachtgever, volgen ze inhoudelijke lessen bij een mogelijke hbo-vervolgopleiding en werken ze op school samen aan vaardigheden voor hun latere loopbaan.

“De wijk Walburg heeft veel mooie kanten,” zegt Suzanne Visser, beleidsadviseur bij de gemeente Zwijndrecht, “maar we zagen ook dat in sommige buurten de sociale samenhang beter kan.” In het raadsprogramma van de gemeente is 'krachtige buurten' een belangrijk speerpunt. “Toen het Walburg College ons polste of we misschien opdrachtgever wilden zijn voor het praktijkgerichte programma, richting maatschappij, zagen we meteen de kans om jongeren te betrekken bij maatschappelijke vraagstukken.”
Maurits Bredius, docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Walburg College, is een van de drijvende krachten achter het praktijkgerichte programma maatschappij, dat sinds vorig schooljaar is toegevoegd aan het havo-curriculum. “We willen de leerlingen van het Walburg College meer bieden dan theorie. Onze mavo kent al praktijkvakken en de bèta-leerlingen van havo en vwo kunnen kiezen voor het Technasium. Dit nieuwe praktijkgerichte programma laat ook onze maatschappij-havisten werken aan echte vraagstukken met échte opdrachtgevers.”
Deze raadsperiode geeft de gemeente specifieke aandacht aan kinder- en jongerenparticipatie. “Voor jongerenparticipatie waren we nog zoekende, daarom kwam het verzoek tot samenwerking van Maurits precies op het juiste moment”, licht Visser toe. De opdracht van de gemeente was helder: verbind jongeren en ouderen in de wijk Walburg op een duurzame manier, waardoor de ouderen mentaal gezonder en sociaal veerkrachtiger worden. Het begrip ‘veerkracht’ bleek al snel te abstract. “Daarom hebben we de vraag concreet gemaakt: hoe kunnen jongeren en ouderen elkaar versterken?”, vertelt Visser.
In de weken die volgden, werkten de leerlingen in groepjes toe naar levensvatbare initiatieven. Het begon met een kick-off bij de gemeente, waar ze de beleidsstukken lazen en in gesprek gingen met raadsleden. Er volgden workshops, de leerlingen gingen op wijkschouw, hielden interviews en speeddates met stakeholders en werkten samen met studenten van de opleidingen Social Work en Integrale Veiligheidskunde van Hogeschool Inholland. “De samenwerking met het hbo was enorm waardevol,” zegt Bredius. “Leerlingen kregen inhoudelijke input voor hun onderzoek én zagen hoe een vervolgopleiding eruit kan zien.”
Tijdens de wijkschouw gingen de leerlingen letterlijk de straat op, zodat ze de harde data van de gemeente in het echt konden ervaren. De observaties werden aangevuld met data van het CBS en de gemeente. “Zo leerden ze data interpreteren, onderzoeken en betekenis geven aan cijfers,” aldus Bredius.
Om het vraagstuk nog beter te begrijpen, organiseerden Maurits en Suzanne speeddates met lokale stakeholders. “We haalden de wijkagent, de voorzitter van de winkeliersvereniging, de schooldirecteur en een medewerker van de welzijnsorganisatie erbij,” vertelt Visser. “De leerlingen gingen met hen in gesprek over de wijk. Sommigen wonen er zelf, dat maakt het extra relevant.”
Daarna gingen de groepjes aan de slag met hun plannen. “Daar kwamen echt toffe ideeën uit,” zegt Bredius enthousiast. De DebatUnie verzorgde nog een waardevolle workshop debatteren en presenteren in de raadszaal.
Op een donderdagavond in mei presenteerden de verschillende groepjes leerlingen hun plannen aan een jury én volle publieke tribune vol raadsleden, stakeholders, ouders, broertjes, zusjes en docenten. De jury bestond uit wethouder Ronald de Meij (verantwoordelijk voor onder meer het sociaal domein, participatie, jeugd en onderwijs), schooldirecteur Jasper van Waardenburg, raadsleden Thomas Loos en Sabine Schipper en Frank Swart van de Seniorenraad Zwijndrecht. Voor zij bepaalden wie de winnaar was, werden de leerlingen na hun presentaties bestookt met vragen van elkaar én uit het publiek. De initiatieven - een kookclub van ouderen en jongeren, een ICT-lesuur op school voor ondersteuning, koffiemomenten voor ontmoetingen, een BuurtConnect-app en een flexuur met activiteiten - werden ondersteund met prachtige infographics.
Het winnende concept ‘Jong + Oud = Goud!’ is even eenvoudig als krachtig. Leerlingen bieden tijdens de vrije ruimte binnen schooltijd ondersteuning aan ouderen. Ze komen hiervoor samen in de bibliotheek, die pal naast de school ligt. “Van hulp bij digitale vragen tot gewoon samen een kopje koffie drinken,” legt Bredius uit. “Het draait om contact, aandacht en hulp bieden waar nodig.” De belangrijkste criteria voor de jury waren: uitvoerbaarheid, financiële haalbaarheid en duurzaamheid.
Het winnende groepje is van plan om het project daadwerkelijk te realiseren in hun examenjaar. “Voor hun eindexamen voeren ze twee praktijkopdrachten uit. Eén daarvan wordt waarschijnlijk ‘Jong + Oud = Goud!’”, zegt Bredius trots. “Ook de andere leerlingen krijgen de kans om te onderzoeken of ze hun ideeën uit kunnen voeren.”

Voor de praktijkgerichte opdrachten werkt het Walburg College nauw samen met diverse hbo-opleidingen. “Het mes snijdt aan twee kanten. We krijgen goede inhoudelijk input én de leerlingen krijgen de kans zich te oriënteren op de betreffende opleidingen”, stelt Bredius.
Ook de samenwerking tussen de school en de gemeente smaakt naar meer. “Deze eerste keer nam best veel tijd in beslag”, erkent Visser, “maar dat is logisch. Nu ligt er een format. Een volgende keer kost het minder tijd.” Ze roept andere gemeenten op om het gesprek aan te gaan met scholen in hun omgeving. “Er liggen zóveel kansen. Jongeren hebben frisse ideeën en willen echt bijdragen.”
Ook Bredius is positief. “Mijn advies aan andere scholen? Gebruik je netwerk. Maak heldere afspraken met de opdrachtgever, zodat iedereen weet waar die aan toe is. Zorg dat het oplevert wat je belooft. En zorg dat je leerlingen er echt iets aan hebben. Dan krijg je de mooiste resultaten.”
Nassim en Pieter deden beiden mee aan de praktijkgerichte opdracht Maatschappij voor de gemeente Zwijndrecht. “Ik vond de opdracht leuk om te doen”, vertelt Nassim. “Het was anders dan normaal schoolwerk, omdat je aan iets werkt dat ook in het echt gebruikt kan worden. Dat maakt het extra motiverend. Bij andere vakken werk je meestal met boeken of toetsen, maar hier gaat het veel meer om samenwerken, zelf nadenken en creatief zijn. Je moest echt zelf iets bedenken en uitvoeren en dat maakt het veel praktischer en levensechter.” Pieter beaamt dat: “Ik vond het een leuke opdracht. Tijdens praktijkgerichte opdrachten ga je bovendien langs bij bedrijven en de straat op om interviews te houden. Bij de leervakken doe je dat niet. Ook vond ik het debatteren leerzaam.”
Nassim geeft aan dat hij vooral heeft geleerd dat je met samenwerken en een goed idee echt heel ver kunt komen. “Iedereen had zijn eigen rol en als je goed overlegt en taken verdeelt, kun je samen iets moois neerzetten. Ook heb ik geleerd hoe belangrijk het is om naar elkaar te luisteren.” Het leukste onderdeel van de opdracht vond Pieter het presenteren in het gemeentehuis voor zo’n grote groep mensen. Het minst leuke vond hij de onderzoeksfase. Nassim vond het prettig dat hij met zijn groepje de vrijheid kreeg om creatief te zijn en zelf met een oplossing te komen voor een probleem in de gemeente. “Dat voelde serieus en gaf veel motivatie”, legt hij uit. “Er was eigenlijk niks wat ik echt minder leuk vond.”
Op de vraag of hij een beter beeld heeft gekregen van mogelijke studiekeuzes na de havo, antwoordt Nassim: “Nog niet echt, maar het heeft me wel aan het denken gezet. Ik merk dat ik het leuk vind om samen te werken aan echte problemen, dus misschien past iets in die richting wel bij mij. Zo’n opdracht helpt wel om te ontdekken wat je ligt.”
SLO ontwikkelt de examenprogramma’s voor de praktijkgerichte programma’s Maatschappij en Technologie in een pilot, samen met 240 havo-scholen. In het voorjaar van 2026 stelt het ministerie van OCW de definitieve examenprogramma’s vast. Ook voor het vmbo zijn praktijkgerichte programma’s beschikbaar. Scholen die dat willen, kunnen één of meer praktijkgerichte programma’s aanbieden in de gl-tl.
Voor scholen die vanaf schooljaar 2026-2027 een praktijkgericht programma willen aanbieden is subsidie beschikbaar.