Achter de schermen werken het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en SLO samen aan een systematische aanpak voor het periodiek onderhouden van het curriculum. Waarom is dit belangrijk en hoe ziet dit er in de toekomst uit? Fleur van de Gevel, senior beleidsmedewerker curriculum bij OCW en Suzan van Dieren, projectleider periodiek onderhoud bij SLO, praten je bij.
Suzan: “Op dit moment werkt SLO aan het actualiseren van kerndoelen en examenprogramma’s uit 2004 en 2006. Je vraagt je misschien af: waarom doen jullie dit nu pas? Het antwoord op die vraag is simpel: er was nog geen vaste, systematische manier voor curriculumonderhoud. Maar dat verandert nu. Want wij hebben eenmethode ontwikkeld die ervoor zorgt dat curriculumonderhoud voorspelbaarder wordt. Zo kunnen we de kwaliteit van het curriculum in Nederland beter waarborgen, en daarmee het onderwijs beter ondersteunen, voor zowel leerlingen als leraren.”
Fleur: “De huidige kerndoelen zijn niet concreet genoeg, waardoor het soms onduidelijk is wat leerlingen precies moeten kennen en kunnen. Leraren hebben behoefte aan kerndoelen die meer houvast bieden om zo ook overladenheid terug te dringen. Met dit nieuwe systeem kunnen leraren ook in de toekomst invloed uitoefenen op de inhoud van het curriculum. Ze kunnen meedenken en meepraten op het moment dat dat nodig is. Dat is goed voor de kwaliteit van het onderwijs en maakt het vak van leraar leuker. Ook voor makers van educatieve materialen en eindtoetsen is het fijn om te weten welk vak wanneer aan onderhoud toe is. Dat brengt overzicht en rust.”
Suzan: “Het systeem van periodiek onderhoud bestaat uit een proces met drie onderdelen. Ten eerste: een onderhoudskalender waarin je kunt zien welk vak wanneer aan de beurt is voor periodiek onderhoud.
Daarnaast komt er één loket voor wijzigingsverzoeken, ideeën en vragen over het wettelijk curriculum (kerndoelen en eindtermen). Nu komen verzoeken op verschillende plekken terecht, straks kunnen we alles op één plek verzamelen en beoordelen.
Soms kan een suggestie direct worden doorgevoerd binnen de vrije ruimte die een school heeft, zonder wijziging van het wettelijk curriculum. Een andere keer is er wel een wijziging in het wettelijk curriculum nodig en ‘bewaren’ we het verzoek totdat het vak aan de beurt is. Een wijziging kan ook zo essentieel zijn dat we het onderhoud van een vak naar voren halen.
Het loket opent begin 2025 als pilot. Zo kunnen we ervaren of de één-loket gedachte ook echt goed werkt in de praktijk.”
Fleur: “Het derde onderdeel is de feedback-loop. Curriculumherziening heeft een enorme impact, dat doe je dus liever niet al te vaak. Goed onderwijs vindt plaats in de klas. Als we een curriculum actualiseren, dan is het heel belangrijk om te weten wat er op school en in de klas goed, of minder goed werkt. De leraar neemt een heel belangrijke plek in bij deze feedbackloop. Daarnaast nemen we andere perspectieven hierin mee zoals de maatschappij, politiek, wetenschap en vakverenigingen.”